Interdisciplinaire training
De interdisciplinaire training: gericht op duurzame werkhervatting
Werk is voor veel mensen een heel belangrijk deel van hun leven. Het zorgt voor zingeving, het gevoel nuttig te zijn en ergens bij te horen. Daarnaast zorgt werk voor sociale contacten en niet te vergeten inkomen. Hoe is het om ineens vast te lopen? En wat kan de interdisciplinaire training van Zintens dan betekenen? We vroegen het aan Maud Willemse, re-integratiebegeleider bij Zintens, en Chantal de Vries, die het traject bij Zintens volgde.
Maud Willemse en Chantal de Vries
De dag waarop Chantal de Vries plotseling flauwviel veranderde haar leven. “Het was september 2019. Vlak na het opstaan in de ochtend werd ik wat duizelig. Voordat ik kon gaan zitten viel ik al, en klapte zonder mijn val te kunnen breken voorover op de grond. Mijn hoofd smakte daarbij op het beton. Chantal ging naar de huisarts. “Achteraf gezien onderschatte zij het letsel, ze had vooral oog voor mijn dikke kaak. Ik ging weer naar huis, nam wat pijnstilling en ging na een middagje op de bank gewoon verder met mijn weekendprogramma. In de dagen erna kreeg ik allerlei klachten. Zo was ik constant misselijk, enorm gevoelig voor prikkels, en had ik problemen met mijn coördinatie en balans. Nadat het weken aanhield kreeg ik ook paniekaanvallen omdat ik maar niet begreep wat me mankeerde. De meest normale dingen, zoals boodschappen doen, lukten niet vanwege alle prikkels in de supermarkt.” De klachten waren zo erg dat Chantal niet meer kon werken. Na zes weken kwam ze bij haar bedrijfsarts terecht. “Mijn bedrijfsarts begeleidde toevallig ook kickboksers en herkende alle tekenen van een zware hersenschudding. Hij gaf aan dat mijn herstel wel een jaar zou kunnen duren en adviseerde rust. Heel veel rust.”
Dat rust houden zat Chantal enorm dwars. “Ik wilde weer deelnemen aan mijn leven, weer gewone dingen kunnen doen, weer werken.” Ze besluit zelf op zoek te gaan naar behandelmogelijkheden. Zo vond ze een chiropractor die haar hielp met haar lichamelijke klachten. “Ik had ook veel andere, niet lichamelijke klachten. Zo bleef ik enorm gevoelig voor prikkels, en dat frustreerde mij enorm. Inmiddels weet ik dat hersenweefsel veel langer nodig heeft dan een botbreuk om goed te kunnen herstellen.” Ze belde haar oom die werkt als arbeidsdeskundige. “Toen ging het balletje rollen. Hij kende een arts verbonden aan Klimmendaal. Die dacht dat de interdisciplinaire training van Zintens me weer op weg zou kunnen helpen.” Ze stelde voor aan de bedrijfsarts om dit programma te volgen en ging in overleg met haar werkgever. “Ik werkte tegen die tijd weer 2 keer 2 uur per week, maar had steeds een hele dag nodig om te herstellen van die twee uur werken. En daarnaast heb ik ook een gezin. Chantal keek er enorm naar uit om bij Zintens te starten met werken aan haar herstel. De coronacrisis gooide behoorlijk roet in het eten. “In september 2020, een jaar na mijn val, kon ik eindelijk aan de training beginnen.”
Maud Willemse, re-integratiebegeleider bij Zintens, legt uit wat het programma inhoudt: “Het is een 15 weken durende interdisciplinaire training voor mensen die langdurige pijnklachten hebben aan het houdings- en bewegingsapparaat en/of langdurige klachten na een hersenschudding. Daarnaast is re-integratie in werk een belangrijke hulpvraag. Mensen gaan aan de slag met een arts, een psycholoog, een bewegingsdeskundige en een re-integratiebegeleider. Het doel is om mensen grip te geven op hun klachten. Het is een cognitief gedragsmatig programma met onder andere aandacht voor ACT, dat wil zeggen dat we mensen leren omgaan met hun klachten en bepaalde gedragspatronen te herkennen en om te buigen. De re-integratie wordt direct vanaf het begin in de training meegenomen. “Voor de start van het traject heb ik als re-integratiebegeleider al contact met de werkgever. Het is belangrijk dat ook de werkgever zich committeert aan het traject, en dat we allemaal hetzelfde doel nastreven. In de vierde week van de training stelt de cliënt samen met de re-integratiebegeleider een werkhervattingsplan op. Verderop in de training worden ook werkbezoeken ingepland samen met de client en leidinggevende. We kijken dan hoe het lukt om het geleerde in de praktijk toe te passen en coachen de cliënt hierbij en geven de werkgever zo nodig adviezen.
De training is erop gericht om zowel fysiek als mentaal in beweging te komen. Maud: “Als gevolg van klachten gaan mensen vaak minder of aangepast bewegen. We richten ons erop dat mensen weer vrij en onbevangen gaan bewegen en bouwen kracht en conditie op. Dat resulteert in meer vertrouwen in je lichaam en je kunnen. Daarnaast is leren ontspannen en mindfull te zijn minstens zo belangrijk.” Een belangrijk onderdeel van de training zijn groepssessies met de psycholoog. Dit zijn cognitieve gedragsmatige behandelingen. “Je leert te kijken naar wie je bent en waarom je dingen doet zoals je ze doet. Wat houdt de situatie in stand? Welk nieuwe gedrag is helpend en wat zijn belemmeringen? We staan stil bij grote veranderingen in iemands leven, zogenaamde life events. Zo bouw je aan een soort rugzak vol tools of handvatten op die je steeds als het tegenzit kunt inzetten.” Chantal: “Ik heb veel gehad aan die Acceptance and Commitment Therapy (ACT). Het begint met de A van acceptatie. Het heeft geen zin om me te verzetten tegen het snelle overprikkeld zijn of de constante piep in mijn oor. Dat vechten, de constante frustratie en boosheid kosten alleen maar energie. Ik heb geleerd te accepteren dat ik dit nou eenmaal heb en dat ik ermee moet leren dealen. En dat was best een grote mentale stap om te nemen. Vervolgens komt de C van commiteren. Ik ging aan de slag en leerde stukje bij beetje te herkennen wat ik kon doen als ik vast dreig te lopen. Bij Zintens heb ik dus geleerd te leven ondanks, of eigenlijk mét mijn klachten.” Daarnaast brengt de groepstherapie ook een stuk herkenning en erkenning van klachten. Chantal legt het uit: “Een gebroken been gaat in het gips, dat is heel zichtbaar. Je omgeving begrijpt dat je dat niet kunt belasten en ook wanneer het gips eraf is snappen ze dat je het nog wel even rustig aan moet doen. Maar wat ik heb is niet zichtbaar, en mensen om me heen begrepen niet goed dat ik nog zo lang klachten had van “een val’.
De hele therapie is gericht op duurzame werkhervatting. En hoewel de therapie na 15 weken afgelopen is zijn de meeste mensen dan nog niet volledig aan het werk. Maud: “Na de 15 weken hebben de meeste mensen voldoende vertrouwen in zichzelf om met het werkhervattingsplan in de hand zelf verder te werken aan de re-integratie. Na afloop van het traject staat de deur altijd open voor vragen. En als mensen na afloop van het programma nog wat extra hulp kunnen gebruiken bij het re-integratiestuk zijn daar ook coachingstrajecten voor beschikbaar. Bij deze trajecten zijn niet meer alle disciplines zoals de arts en de bewegingsdeskundige betrokken, het gaat echt om het stukje re-integratie. Chantal: Op dit moment gaat het goed met me, maar er zullen vast ook weer momenten komen dat het even minder gaat. Het was nu een klap op mijn hoofd waardoor ik vastliep, maar ik had ook kunnen vastlopen op iets anders. Tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven. De dingen die ik geleerd heb bieden me handvatten die ik kan blijven inzetten. Ik ben heel benieuwd hoe het verder gaat. Maar ik zie de toekomst vol vertrouwen tegemoet.”