Letselschade
Erwin Audenaerde
“Wil je iemand op een duurzame manier weer naar arbeid begeleiden, dan moet dit goed onderbouwd zijn.”
Letselschade kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld een verkeersongeval of een medische fout. In sommige gevallen is er dan sprake van Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Om meer duidelijkheid te krijgen over de mogelijkheden die er nog zijn ten aanzien van arbeid, kan door een dienstverlener die gespecialiseerd is in herstel na letselschade een arbeidsdiagnostisch onderzoek aangevraagd worden bij Zintens. Erwin Audenaerde is als arbeidsdeskundige werkzaam in de letselschadebranche en schakelt Zintens met enige regelmaat in.
Erwin Audenaerde: “Ik ben sinds 1997 actief in de letselschadepraktijk. Ik houd me dagelijks bezig met het terugbrengen van mensen naar arbeid. Ik word altijd ingeschakeld door de verzekeraar én degene die het slachtoffer bijstaat. Ik werk hierbij altijd in tweezijdig opdrachtgeverschap in verband met mijn onafhankelijke positie. Het is mijn taak om te zorgen dat de betreffende persoon het eigen werk (met aanpassingen) behoudt, weer aan het werk komt of een zinvolle dagbesteding krijgt en dat die ondersteuning geboden wordt die hij of zij nodig heeft om dat te bewerkstellingen Om dit succesvol te doen, heb ik soms extra deskundigheid nodig. Dit kan deskundigheid zijn van een ambulant begeleider, een jobcoach, een systeemtherapeut of een verzekeringsarts zijn, maar ook de expertise van de arbeidsadviseurs en arbeidsonderzoekers van Zintens. Onder de mensen die ik hierin begeleid, zijn ook veel betrokkenen met Niet Aangeboren Hersenletsel. Ik heb in Klimmendaal en Zintens een betrokken partner met veel expertise op het gebied van NAH gevonden. Als het voor mij niet duidelijk is wat de beperkingen zijn in relatie tot het functioneren in arbeid, of ik heb daar specifieke vragen over, klop ik aan bij Zintens. In het arbeidsdiagnostisch onderzoek wordt het functioneren van de betrokkene in beeld gebracht. Ik vind het mooi dat dit geen momentopname is, maar dat er meerdere weken voor uit worden getrokken om een goed beeld te vormen. Ik heb liever dat er in een gecontroleerde werkomgeving onderzoek wordt gedaan dan in de praktijk. Zo kunnen er bijvoorbeeld heel makkelijk steeds elementen toegevoegd worden aan deze omgeving. Als het uitvoeren van een taak goed gaat, worden er bijvoorbeeld omgevingsgeluiden toegevoegd of wordt iemand gestoord tijdens zijn werkzaamheden om het daarna weer op te moeten pakken. De effecten van deze prikkels of verstoringen op het uitvoeren van het werk zijn heel belangrijk. Deze informatie moet meegenomen worden in de adviezen over het werk en de werkomgeving.
Erwin Audenaerde werkt als arbeidsdeskundige bij Trivium Advies. Naast arbeidsdeskundige is Erwin docent en lesontwikkelaar van Letsel Opleidingen, redactielid AD-visie en afwikkeling Personenschade, mede-auteur van het Handboek Personenschade, lid van diverse werkgroepen bij de Letselschade Raad, waaronder Handreiking Traumatisch Hersenletsel, permanente commissie Handreiking Zorgschade en commissie Financiële Paragraaf.
De conclusie van het arbeidsdiagnostisch onderzoek is niet gebaseerd op één enkele test of onderzoek. De bevindingen worden van meerdere kanten belicht en onderzocht. Zo ontstaat een heel compleet beeld van zijn of haar mogelijkheden. Tijdens het onderzoek wordt regelmatig geëvalueerd en wordt het programma afgestemd op dat wat er voor die cliënt nodig is. De gevolgen van het hersenletsel worden goed in kaart gebracht en dit is toegespitst op de praktijk in een werksituatie. Ik vind het prettig dat ik als verwijzer betrokken ben bij het onderzoek. Zo kan ik aanwezig zijn bij het intakegesprek en kan ik op die manier de ervaringen die ik al heb opgedaan met de betrokkene ook inbrengen. Ook vind ik het belangrijk om aanwezig te zijn bij de eindbespreking. Na afronding volgt natuurlijk de uitkomst van het onderzoek. Soms geeft dat inzicht: het is verklaarbaar dat de betrokkene vastloopt in bepaalde taken. Maar soms is er ook moeilijk nieuws: er moet afscheid worden genomen van bepaald werk of zelfs van het arbeidsproces. Ik merk dat mijn opdrachtgevers niet zo snel denken aan een arbeidsdiagnostisch onderzoek. Het is natuurlijk ook niet in elke zaak noodzakelijk. Maar mijn ervaring is dat andere onderzoeken vaak te globaal zijn. Op het moment dat je als professional te weinig informatie hebt of een traject mislukt, doe je er wel verstandig aan eerst uitgebreid onderzoek te laten verrichten. Het onderzoek kan ook aangepast worden aan specifieke situaties. Zo was het voor een politieagent in executieve dienst heel belangrijk om de snelheid in informatieverwerking te onderzoeken. Je weet dat zo’n persoon in crisissituaties snel moet kunnen handelen. Het is goed om dit uitgebreid te onderzoeken zodat iemand zelfverzekerd aan het werk kan gaan. Ook als er vragen zijn rondom het volgen van een beroepsopleiding kan het arbeidsdiagnostisch onderzoek mij helpen. Het geeft inzicht onder welke omstandigheden iemand zijn studie kan vervolgen en of de gekozen studierichting nog wel passend is met de huidige beperkingen. Als dat nodig is kan ook een beroepskeuzeonderzoek ingezet worden.
Daarnaast is het erg belangrijk om vervelende situaties, tegenslagen, te voorkomen. Wil je iemand op een duurzame manier weer naar arbeid begeleiden, dan moet dit goed onderbouwd zijn. Zomaar wat ‘aanklooien’ kan ook er ook toe leiden dat iemand zijn of haar zelfvertrouwen verliest of dat de relatie met de werkgever verslechtert. Voor mij is het belangrijk om de hele situatie goed in kaart te brengen, en niet te starten met een trial and error methode. Juist deze onderbouwde aanpak zorgt ervoor dat de kans van slagen groot is, en de betrokkenen niet worden geconfronteerd met mislukkingen tijdens de re-integratie. Het arbeidsdiagnostisch onderzoek geeft mij een blauwdruk van de eisen die aan de persoon en aan de arbeidsomgeving moeten worden gesteld. Hierdoor kan ik heel gericht gaan begeleiden naar een arbeidsplaats. Ook voor de betrokkene zelf is het prettig om hun functioneren goed in beeld te hebben. Het onderzoek is natuurlijk gericht op het domein arbeid, maar de uitkomsten zijn vaak ook inzichtgevend richting de partner of thuissituatie. Als er op die vlakken meer begrip is, gaat er minder energie verloren waardoor de betrokkene beter in zijn of haar vel zit. Al met al is voor mij het belangrijkste dat we niet eindeloos aan iemand moeten gaan trekken, maar een goed onderbouwde keuze maken voor het type arbeid, de omstandigheden waaronder iemand moet en kan gaan functioneren. Dat is voor álle partijen de meest duurzame oplossing.”