Samen werken aan werk
Samen werken aan werk
Vanaf dag één aandacht voor werk voor optimaal behoud van arbeidsparticipatie
Gezondheid en werk zijn belangrijke factoren voor de kwaliteit van leven voor veel mensen. Wanneer iemand ziek wordt heeft dit vaak impact op zijn of haar participatiemogelijkheden. Terugkeer naar werk is dan niet altijd vanzelfsprekend. De wereld van re-integratie is bovendien een doolhof met complexe wet- en regelgeving en veel partijen en functionarissen waarmee je als patiënt te maken kunt krijgen. Werkenden hebben hier vaak in een vroeg stadium al vragen over. Zeker het als de grote en nog toenemende groep mensen zonder vast werk en inkomen betreft, zoals zelfstandigen, uitzendkrachten of mensen met een tijdelijk arbeidscontract. Toch is het in de zorgsector (nog) niet gebruikelijk om behoud van arbeidsparticipatie onderdeel te laten zijn van de behandeling en gebruik te maken van werk als ‘medicijn’.
Binnen Klimmendaal maakt arbeid integraal deel uit van de revalidatiebehandeling. Zintens ondersteunt hierin middels arbeidstraining en arbeidsdiagnostiek. Ook dienen zij als vraagbaak bij vragen rondom sociale zekerheid en arbeidsongeschiktheid en zoeken zij waar nodig contact met bedrijfsartsen en andere ketenpartners. Hierdoor wordt een brug geslagen tussen de revalidatie en participatie zodat patiënten zo optimaal mogelijk kunnen participeren in de maatschappij. In het vanaf dag één aandacht hebben voor werk bij ziekte vinden Zintens en het Radboudumc elkaar. Zij hebben, samen met vijf andere ketenpartners en ervaringsdeskundigen, de samenwerking gezocht om de zorg voor jonge CVA (Young Stroke) patiënten (<50 jaar) te verbeteren en in de keten intensief samen te werken. Met een Juiste Zorg op de Juiste Plaats subsidie van ZonMW wordt gewerkt aan een patiëntreis waarin betrokken partijen nauw samenwerken, informatie overdragen en patiënt voorzien van de juiste informatie die nodig is bij re-integratie.
Marloes Barendrecht is arbeidsadviseur en arbeidsdeskundige bij Zintens en maakt deel uit van deze werkgroep. Zij ziet in haar werk dagelijks wat de impact van niet-aangeboren hersenletsel op het functioneren in werk kan zijn en welke zorgen dat met zich mee kan brengen. Het hier al vroeg in de revalidatiebehandeling aandacht aan besteden is volgens haar van groot belang. “In de beginfase van de revalidatie gaat het vooral om goede voorlichting geven over wet- en regelgeving, zodat patiënten en hun naasten weten wat er op hen af komt en waarom er bijvoorbeeld al contact met de bedrijfsarts moet zijn terwijl je nog helemaal niet aan het werk kan. Patiënten ervaren vaak veel onzekerheid en vragen zich af of ze nog wel weer aan het werk kunnen. Vooral voor de doelgroep met niet-aangeboren hersenletsel is het lastig om goed aan te geven wat je wel en wat je niet kan. Zo’n 70% van de beperkingen die mensen ervaren zijn onzichtbaar. Het is voor de patiënt zelf en voor de omgeving dan moeilijk om in te schatten wat wel en wat niet kan. Je moet hierbij denken aan beperkingen zoals vermoeidheid, moeite met concentreren of dubbeltaken, niet goed tegen prikkels kunnen en complexe zaken moeilijker kunnen overzien en organiseren. Juist bij deze doelgroep is het van belang dat je hen goed voorbereid op wat er op hen af gaat komen en wie hen daarbij kan helpen. Het is mooi dat we bij Zintens, onder andere door het arbeidsdiagnostisch onderzoek, hier een steentje aan kunnen bijdragen.”
Samen werken aan Werk
Theo Senden is bedrijfsarts en werkt al enkele jaren als klinisch arbeidsgeneeskundige bij het Radboudumc voor de jonge CVA patiënten en patiënten met aanhoudende klachten na infectieziekten, zoals Q-koorts, Lyme en Long-Covid. In zijn rol als klinisch arbeidsgeneeskundige (KAG) voert hij een uitgebreideintake uit, en stelt een, zogenaamde multifactoriële (‘360°’) probleemanalyse op. Bevorderende en belemmerende factoren voor herstel en terugkeer naar of behoud van werk worden op een rij gezet. Op basis van de analyse stelt hij met de patiënt een plan op met adviezen en interventies in het zorgdomein en/of arbeidsdomein. Zo nodig stelt hij aanvullend diagnostisch onderzoek of aanvullende behandeling of begeleiding voor en stemt hij af met professionals in beide domeinen, zoals medisch specialist, verpleegkundige, revalidatiearts, paramedici, bedrijfsarts, werkgever, verzekeringsarts, job coach, re-integratiebegeleider van de gemeente, et cetera.
Hij doet dit werk in nauwe samenwerking met de verpleegkundigen van de poli, met name verpleegkundig specialist Karin Kanselaar, die hem bij het verbeteren van de nazorg voor ‘haar’ Young Stroke patiënten heeft betrokken. Zij en haar collega’s hebben geleerd een goede rol te vervullen bij de screening op -mogelijke- arbeidsproblematiek bij patiënten op de poli en bij de triage voor verwijzing naar of consultatie van de KAG. Ook monitoren zij het verloop van de re-integratie en de uitvoering van het ‘werkplan’. Teamwork dus!
De klinisch arbeidsgeneeskundige
Theo Senden: “Ook het Radboudumc heeft de ambitie om de kloof en schotten tussen de medische sector en de bedrijfsgezondheidszorg te overbruggen. Met de zorginnovatie Zorg voor Arbeid zetten zij de klinisch arbeidsgeneeskundige (KAG) in als specialist in het behandelteam en als verbinder van zorg- en arbeidsdomein. De KAG organiseert en begeleidt de arbocuratieve netwerkzorg van diagnostiek en behandeling tot re-integratie op de werkvloer, samen met de patiënt. Inmiddels zijn door Theo en zijn 4 collega’s, ieder met een eigen specialisatie en specifieke patiëntgroepen, circa vijftienhonderd patiënten met diverse chronische aandoeningen begeleid, waaronder circa 300 jonge CVA-patiënten. Dit is mogelijk gemaakt met morele en financiële steun van de Raad van Bestuur. Naast groot persoonlijk belang, wordt daarmee eveneens aanzienlijk maatschappelijk belang gediend. Namelijk besparing van zorg-, werkgevers- en uitkeringskosten en behoud van arbeidsproductiviteit en financiële onafhankelijkheid.” Overigens is de zorg van de klinisch arbeidsgeneeskundigen niet alleen toegankelijk voor werkenden, maar ook voor jongeren die nog in een opleidingsfase verkeren. Ook zij hebben grote behoefte aan ondersteuning bij de vraag wat gaat mijn ziekte en de behandeling betekenen voor mijn verdere opleiding en het loopbaanperspectief daarna. Wat heb ik nodig om zo goed mogelijk verder te kunnen, ook straks na een opleiding, en wie kan me daarbij begeleiden?
Aanvullend op zorgprofessionals
“Zorgprofessionals zien dat hun patiënten grote zorgen en stress hebben rondom werk en inkomen. Het beslag dat op hun kostbare tijd gelegd wordt door arbeidsgerelateerde vragen van de patiënt, waar ze vervolgens niet bij kunnen helpen, wordt als frustrerend ervaren. Ze zien dat begeleiding door de KAG de patiënt verder helpt en stress vermindert, en daarmee de effectiviteit van de behandeling vergroot en het herstel bevordert. Ze ervaren het als een verrijking van de mogelijkheden die ze de patiënt kunnen bieden en daarmee ook van hun eigen werkplezier. Eerstelijnsbedrijfsartsen ervaren de KAG als steunend wanneer ze merken dat de KAG niet op hun stoel gaat zitten, maar wil verbinden en met specifieke expertise kan ondersteunen. Steeds vaker zoeken zij contact met de KAG’s voor overleg en afstemming bij begeleiding van gezamenlijke patiënten. Wanneer de bedrijfsarts of verzekeringsarts medische informatie opvraagt bij de medisch specialist helpt de KAG om de vertaalslag te maken naar informatie die voor de aanvrager relevant is.”
Samen met vertegenwoordigers uit diverse beroepsverenigingen uit het werkveld van zorg én re-integratie heeft Marloes Barendrecht meegewerkt aan de herziening van de richtlijn NAH en Arbeidsparticipatie. Deze multidisciplinaire richtlijn is zowel voor de professional in de zorg- als het arbeidsdomein een bruikbaar instrument en geeft per fase waarin de persoon met NAH zich bevindt adviezen en tips. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de wet- en regelgeving bij arbeidsongeschiktheid.
Voor Young Stroke patiënten is door het Radboudumc een digitale toolbox ontwikkeld met onder andere informatie en hulpmiddelen rondom werk/opleiding en re-integratie.